| 
             
                
  
      
	        
			          3 Biomedische laboratoriumtechnologie - 3MLT - Onderdelen - Bacteriologie en serologie | 
					  | 
					  
	         
       | 
	   
	  |    | 
	      
             
                
					
						| O.O. heeft componenten: | 
						Neen | 
					 
					
						| Afstudeerrichting: | 
						-:- | 
					 
					
						| Code: | 
						30068 | 
					 
					
						| Academiejaar: | 
						2007-2008 | 
					 
					
						| Type: | 
kern | 
					 
					
						| Niveau: | 
gespecialiseerd | 
					 
					
						| Programmajaar: | 
						3 | 
					 
					
						| Periode binnen het modeltraject: | 
						P:7 | 
					 
					
						| Aantal studiepunten: | 
						7 | 
					 
					
						| Wegingscoëfficient: | 
						7 | 
					 
					
						| Totaal aantal contacturen: | 
						71 | 
					 
| Totaal studietijd: | 
182 | 
 
					
						| Deeltijds programma: | 
						 | 
					 
					
						| Examencontract: | 
						niet mogelijk | 
					 
					
						| Deliberatie: | 
						mogelijk | 
					 
					
						| Vrijstelling of overdracht: | 
						mogelijk | 
					 
					
						| Onderwijstaal: | 
						Nederlands | 
					 
					
						| Lector(en): | 
						Winnen Patricia
  | 
					 
					
				  
 
            
                
                 
			
				
                        
    
        | 
             
                
                    
                
                 
                  
         | 
     
    
					| 
            KORTE OMSCHRIJVING 
         | 
				 
				
    
					| 
            Bacteriologische stalen worden theoretisch besproken.  In de practica worden stalen geënt, nagekeken op commensale flora of mogelijke pathogenen en worden antibiotica getest tegenover de pathogene bacteriën.
         | 
				 
				
    
        
            
                 
                COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN 
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
         | 
     
    
        | 
             
                Algemene competenties 
         | 
     
    
        
            - BL101 Hij/zij kan zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren en hanteert tijdmanagementtechnieken.
  - BL102 Hij/zij kan relevante informatie verzamelen.
  - BL103 Hij/zij deelt de problemen op en onderscheidt hoofd- van bijzaken, redeneert logisch, werkt nauwkeurig, denkt kritisch, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.
  - BL104 Hij/zij stelt zich open voor het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden en kan daartoe de gepaste leerstrategieën aanwenden.
  - BL105 Hij/zij kan samenwerken met collega's zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines. Hij/zij functioneert goed in teamverband.
  - BL106 Hij/zij kan ordelijk en duidelijk rapporteren over zijn/haar werk, schrijft en spreekt vlot en in een taal aangepast aan de doelgroep.
   
         | 
     
    
        | 
            Algemene beroepsgerichte competenties
         | 
     
    
        
            - BL207 Hij/zij heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis. Deze deskundigheid omvat de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen, waaronder: chemie, biologie, biochemie, microbiologie, anatomie, fysiologie, hematologie en immunologie.
  - BL208 Hij/zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informatica-hulpmiddelen gebruiken.
  - BL209 Hij/zij streeft naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust is van de veiligheidsaspecten (o.a. het besmettingsgevaar) en de kwaliteitseisen.
   
         | 
     
    
        | 
            Beroepsspecifieke competenties
         | 
     
    
        
            - BL310 Hij/zij kan een adequate staalafname uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  - BL311 Hij/zij kan analyses uitvoeren in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie: klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie.
  - BL313 Hij/zij kan de handelingen uitvoeren die aan de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een handeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen.
  - BL314 Hij/zij kent de regelgeving inzake privacy en deontologie.
   
         | 
     
    
        
            
                 
                SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
         | 
     
    
        | 
             
				
						
								1.
								       
						
				
				
						Verwerking van medische bacteriologische stalen : herkenning van eventuele commensale flora , opzoeken en identificatie van pathogene bacteriën.
				
		 
		
				
						
								2.
								       
						
				
				
						Uitvoering en interpretatie van het antibiogram
				
		 
		
				
						3.   Uitvoering en interpretatie van serologische testen : het zoeken naar antigenen en/of  antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten
				
		 
         | 
     
    
        | 
         | 
     
    
					
             
            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
         | 
				 
				
    
					| 
            Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
         | 
				 
				
    
					| 
             
				Basisbegrippen en handelingen uit de microbiologie
		 
		
				Medische microbiologie
		 
		
				Immunologie.     
		  
         | 
				 
				
    
					| 
            Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
         | 
				 
				
    
					
             
         | 
				 
				
    
					| 
            Andere begincompetenties
         | 
				 
				
    
					
             
         | 
				 
				
    
					| 
            LEERINHOUDEN
         | 
				 
				
    
					
            
				- 
						
 1.   Bespreking van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema’  2.   Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling               3.   De antibiotica : hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica   4.    Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties.  Tevens worden de technieken besproken om deze antigenen en antilichamen op te sporen.  5.    Volgende stalen worden besproken  :                         
 
				-  urine 
 
				-  faeces 
 
				-  sputum en keel 
 
				- etter 
 
				- antibiogram  
 
				- serologische testen
         
  
		  
         | 
				 
				
    
					| 
            STUDIEMATERIAAL
         | 
				 
				
    
					| 
             
				
						
								w
								        
						
				
				
						cursus Microbiologie (P. Van Rossom / C. Vanhentenrijk)
				
		 
		
				
						
								w
								        
						
				
				
						
								power point Microbiologie (P. Van Rossom / C. Vanhentenrijk))  
						
				
		 
		
				
						
								w
								        
						
				
				
						
								Medische microbiologie voor laboratoriumtechnolopgen : deel 1 en 2         J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave       
						
				
		 
		
				
						
								w
								        
						
				
				
						
								Artikels uit kranten en tijdschriften 
						
				
		 
		
				
						
								
										      Website « microbiologie » op Internet
								
						
				
		 
		
				- 
						  Medische stalen  
				
 
				- 
						  Praktijknota's (P. Winnen) 
				
 
		  
         | 
				 
				
    
					| 
            WERKVORMEN
         | 
				 
				
    
					
            
                
                    | 
                        Soort werkvorm
                     | 
                    
                        uren
                     | 
                    
                         
                     | 
                    
                         
                            % 
                     | 
                 
                
                    | 
                        hoor- en werkcolleges:
                     | 
                    
                         
                            33 
                     | 
                    
                         lesuren
                     | 
                    
                         
                              17,74 
                     | 
                 
                
                    | 
                        practicum en oefeningen:
                     | 
                    
                         
                            34 
                     | 
                    
                         lesuren
                     | 
                    
                         
                              18,28 
                     | 
                 
                
                    | 
                         
                            vormen van groepsleren: 
                     | 
                    
                         
                             
                     | 
                    
                         lesuren
                     | 
                    
                         
                              00,00 
                     | 
                 
                
                    | 
                        studietijd buiten contacturen:
                     | 
                    
                         
                            115 
                     | 
                    
                         klokuren
                     | 
                    
                         
                              61,83 
                     | 
                 
             
            Verdere toelichting:
             
            Hoorcollege 
		Practica   
         | 
				 
				
    
					| 
             
                EVALUATIE 
         | 
					
         | 
				 
				
    
					| 
            Eerste examenperiode
         | 
				 
				
    
					| 
            
				 Schriftelijk examen met 3 grote theoretische vragen :  
				
						
						 
						
						 
						- (1) bespreking van een bacteriologisch staal 
 
						- (2) uitleg over een deel van het antibiogram of i.v.m. antibiotica 
 
						- (3) een bespreking van een virale of bacteriële of protozoa-infectie 
 
						- met aandacht voor het laboratoriumonderzoek 
 
						- « open boek » ondervraging : het zoeken naar kenmerken van bacteriën, samenstelling voedingsbodems, interpretatie antibiogram 
 
				 
		
		Mondeling examen over gans de opleiding van microbiologie in aanwezigheid van een extern jurylid in de persoon van een klinisch-bioloog werkzaam in een klinisch laboratorium. Hier komen de practische vragen aan bod, waarop een medisch laboratoriumtechnoloog moet kunnen antwoorden  Doorlopende evaluatie tijdens de practica en praktisch eindexamen 
         | 
				 
				
    
					
            tijd voor examinering 
            
         | 
					
            
         | 
				 
				
    
					| 
            Tweede examenperiode
         | 
				 
				
    
					| 
            
				 Idem 
				Punten praktijk blijven behouden 
		
         | 
				 
				
 
 
      
  | 
			 
		 
		
            
            
                  |    |     
         |