ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

1 Chemie - 1CH - Onderdelen - Van atoom tot reagerende moleculen
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00130
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: inleidend
Programmajaar: 1
Periode binnen het modeltraject: P:1
Aantal studiepunten: 6
Wegingscoëfficient: 6
Totaal aantal contacturen: 74
Totaal studietijd: 156
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Dhont Karin
Janssens Carla
Pittois Karen


 

KORTE OMSCHRIJVING

In het opleidingsonderdeel “Van atoom tot reagerende moleculen “ wordt de basis gelegd voor alle verdere chemie in de opleiding. De hoorcolleges, de werkcolleges en het praktisch werk zijn sterk verweven. Zuur/base- en redoxtitraties worden uitgevoerd als toepassing op het uitschrijven van chemische reacties en stoechiometrie. De student verwerft een inzicht in de anorganische stofklassen en chemische bindingen.

Omdat chemische analysetechnieken een integraal deel uitmaken van het eerste project wordt er veel aandacht besteed aan volumetrie en analytisch werken. Kennis van het glaswerk en het correcte gebruik ervan zijn uiteraard zaken die tijdens de labsessies intensief getraind worden.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
  • CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
  • CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
  • CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
  • CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
  • CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
  • CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
  • CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
  • CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
  • CH110 Hij / zij kan rapporteren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
  • CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
  • CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    1. De student kan concentratie berekeningen uitgedrukt in verschillende eenheden.
    2. De student kan een stoechiometrische vergelijking opstellen.
    3. De student kan anorganische en organische stoffen klasseren volgens hun verbindingsklasse.
    4. De student kan de samenstelling van een atoom weergeven.
    5. De student kan de kwantumgetallen aan de elektronen in een atoom toekennen
    6. De student kan de elektronenconfiguratie beschrijven door het aufbau principe toe te passen
    7. De student kan het onderscheid maken tussen atomen, ionen en isotopen
    8. De student kan een aantal trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom weergeven:
        a. de relatieve grootte van de radius van een atoom of ion
        b. de ionisatie-energie c. de elektronenaffiniteit
       d. de grootte van de elektronegatieve waarde inschatten
    9. De student kan groepen en perioden in het periodiek systeem onderscheiden.
    10. De student kan op basis van onderstaande eigenschappen,de plaats van de elementen in het periodiek systeem toekennen:
       a. de elektronenconfiguratie
       b. de radius
       c. de ionisatie-energie
      d. de elektronenaffiniteit
      e. de elektronegatieve waarde
    11. De student kan zuur/base reacties herkennen en uitschrijven.
    12. De student kan gebruik makend van onderstaande begrippen, redoxreacties met zijn deelreacties uitschrijven:
      a. oxidatie, reductie
      b. het aantal uitgewisselde elektronen
      c. de atomenbalans
      d. de ladingbalans
    13. De student kan het begrip dynamisch chemisch evenwicht toepassen:
      a. met behulp van de evenwichtsconstanten de evenwichtsconcentraties, evenwichtspartieeldrukken en concentratiequotiënten bepalen voor een evenwichtsreactie
      b. gebruik makend van de aciditeits-, basiciteits- en ionisatieconstante van water, de sterkte van de zuren en basen afleiden
      c. het geconjugeerd zuur/base systeem in waterig milieu gebruiken om de sterkte van zuren en basen af te leiden
    14. De student kan afleiden uit de pH of een oplossing zuur of basisch is.
    15. De student kan het verschil maken tussen een ionaire en covalente binding.
    16. De student kan de Lewisstructuur opstellen voor een molecule steunend op het streven naar octetstructuur.
    17. De student kan uit de Lewisstructuur van de molecule de oxidatietrap en formele lading voor elk atoom afleiden.
    18. De student kan de ruimtelijke structuur afleiden gebaseerd op de VSEPR theorie.
    19. De student kan gebruik makend van de ruimtelijke structuur de hybridisatietoestand, de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule afleiden.
    20. De student kan moleculen herkennen die niet voldoen aan octetstructuur en daarvoor de ruimtelijke geometrie, hybridisatietoestand en bindingshoek afleiden.
    21. De student kan de intermoleculaire krachten bepalen en de invloed van de sterkte van deze krachten inschatten in functie van het kookpunt en het smeltpunt.
    22. De student kan na de labsessies kan de student:
    23. De student kan een labopdracht voorbereiden in het labschrift.
    24. De student kan relevante notities maken in het labschrift tijdens het uitvoeren van de labopdracht.
    25. De student kan veilig en analytisch werken.
    26. De student kan een opstelling maken voor de uitvoering van een gewone en gefractioneerde destillatie.
    27. De student kan een TX-diagram interpreteren.
    28. De student kan de wet van Raoult en Dalton toepassen.
    29. De student kan een manuele titratie correct uitvoeren.
    30. De student kan analytisch correct verdunningen maken.
    31. met behulp van de bekomen resultaten de concentraties berekenen en omzetten in de juiste eenheden.
    32. De student kan een absolute en relatieve fout berekenen.
    33. De student kan een wetenschappelijk verslag maken.
    34. De student kan meewerken aan het 5S project.
    35. De student kan zich aan de afspraken houden wat betreft:
       a. aanwezigheid
       b. inzet, orde
       c. voorbereiding
       d. stiptheid


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
    geen
    Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    • Basis algemene chemie:  theorie + oefeningen.
    • Labvaardigheden:
      * a. destillaties    
      * b. titraties

    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus theorie : "van atoom tot reagerende moleculen"- auteur K. Dhont - Plantijnhogeschool 2007.
    • Cursus lab : "scheidingstechnieken" en "volumetrie" - Plantijnhogeschool 2007.
    • Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijnhogeschool 2006.
    • Brochure “Veiligheid en kwaliteit” + risicoanalysekaartje.
    • Labmateriaal.
    • Labjas.
    • Veiligheidsbril.
    • Spatel.
    • Peer

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    37

     lesuren

      23,13

    practicum en oefeningen:

    33

     lesuren

      20,63

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    86

     klokuren

      53,75

    Verdere toelichting:
    • hoorcolleges.
    • oefeningensessies.
    • laboefeningen.

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • INT1-1 : schriftelijk tijdens de examenweek . Bestaat uit toepassingen op theorie, inzichtsvragen en vraagstukken
    • lab : permanente evaluatie ; examen praktische proef (tijdens de lesweken); jaarwerk ; verslagen; labjournaal.
    • Deelname aan de labosessies is verplicht; elke niet uitgevoerde praktijkopdracht wordt "0" gekwoteerd.

     


    tijd voor examinering
    uren
    4

    %
     
     02,50

    Tweede examenperiode
    Alleen de schriftelijke INT1-1 kan hervat worden ; de punten van de andere onderdelen worden behouden.