|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10047 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:2 |
Aantal studiepunten: |
6 |
Wegingscoëfficient: |
6 |
Totaal aantal contacturen: |
60 |
Totaal studietijd: |
156 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Gutschoven Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het opleidingsonderdeel “Organische chemie: hoe, wat en waarom?” wordt een antwoord gezocht op de volgende vragen: Hoe ziet een organische molecule eruit? Hoe wordt ze voorgesteld? Welke eigenschappen bezitten deze moleculen en waarom, en welke reacties kunnen optreden?
Zonder deze basiskennis kan een student niet starten met het opleidingsonderdeel “Organische reacties” uit periode 3. Hierbij houden we steeds voor ogen dat datgene wat een student zelf heeft gedaan, dit zowel in de vele oefeningen als in de praktijksessies, beter onthouden wordt.
De nadruk in de praktijksessies wordt gelegd op de basishandelingen nodig tijdens een organische synthese, het opzuiveren en het bepalen van de zuiverheidsgraad.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student heeft een grondige kennis van de voorstellingswijzen & elektronische effecten (isomeren, zuur-base gedrag, aromaticiteit en kanonieken, inductieve effecten) in organische verbindingen. 2. De student kent de basisreactiemechanismen van de verschillende organische klassen. 3. De student kan met hulp een eenvoudige synthese en zuivering van een organisch product uitvoeren. 4. De student kan de eigenschappen en specifieke reacties van geconjugeerde alkanen, alkenen (polyenen) en alkynen, alcoholen, carbonzuren en hun derivaten verklaren en toepassen. 5. De student kan de verschillende notaties die gebruikt worden voor organische moleculen in elkaar omzetten indien één notatie gegeven is. 6. De student kan op basis van de verschillende parameters die de energie van een molecule bepalen de meest stabiele conformatie van een gegeven molecule tekenen. 7. De student kan verklaren waarom dat de e-dichtheid in organische moleculen niet overal hetzelfde is. 8. De student kan de begrippen inductief en mesomeer effect omschrijven en deze kunnen toepassen op eenvoudige verbindingen 9. De student kan aromaten, niet aromaten en antiaromaten herkennen. 10. De student kan al de resonantievormen van een molecule met delocalisatie opschrijven en rangschikken naar bijdrage. 11. De student kan het zuur-base gedrag van moleculen verklaren. 12. De student kan de verschillende soorten isomeren van elkaar onderscheiden 13. De student kan op een eenduidige manier de naam geven aan een organische molecule 14. De student kan het begrip chiraliteit omschrijven 15. De student kan optisch aktieve moleculen herkennen en correct benoemen 16. De student kan de soorten optische isomeren (enantiomeren, epimeren, diasterioisomeren) definiëren en van elkaar onderscheiden. 17. De student kan het begrip mesovorm kennen en correct kunnen toepassen. 18. De student kan een racemisch mengsel scheiden 19. De student kan de verschillende deeltjes die meedoen aan een organische reactie correct benoemen 20. De student kan voorspellen welke soort reactie het meest waarschijnlijk is voor een bepaalde functionele groep. 21. De student kan van elke functionele groep het basisreactiemechanisme opschrijven 22. De student kan de lage reactiviteit van alkanen verklaren. 23. De student kan de reactiemechanismes van de elektrofiele, nucleofiele en radicalaire additie toepassen op alkanen, alkenen en alkynen. 24. De student kan voor de meest gebruikte reagentia voorspellen welk produkt(en) gevormd wordt na reactie met alkenen (polyenen) en alkynen. 25. De student kan de belangrijkste reagentia gebruikt voor een oxidatie of een reductiereactie opschrijven. 26. De student kan een uitgebalanceerde reactie opschrijven in halfreacties en de oxidatietrap bepalen. 27. De student kan voor de meest gebruikte reagentia voorspellen welk produkt(en) gevormd wordt na reactie met alcoholen, carbonzuren en hun derivaten. 28. De student kan de verschillende factoren die bepalend zijn in de keuze tussen een substitutie of een eliminatiereactie correct toepassen op eenvoudige reacties van alcoholen. 29. De student kan de orde van de optredende nucleofiele reactie (substitutie of eliminatie) afleiden op basis van het reactieschema. 30. De student kan het verschil in reactiviteit van de carbonzuren en de carbonzuurderivaten verklaren tijdens een nucleofiele substitutiereactie. 31. De student kan een verklaring geven voor het voorkomen van reacties waarbij de alfa-positie van het carbonzuur(derivaat) betrokken is. 32. De student kan de basisreacties die de alcoholen ondergaan opsommen en telkens het reactiemechanisme uitschrijven. 33. De student kan onder begeleiding een eenvoudige synthese uitvoeren. 34. De student kan een eenvoudige opstelling opbouwen. 35. De student kan via destillatie een zuivering uitvoeren en controleren op zuiverheid.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Veilig werken gevolgd hebben
|
Andere begincompetenties
|
Kennis van de organische naamgeving.
|
LEERINHOUDEN
|
- Voorstellingswijze organische verbindingen
a) skeletnotatie-structuurnotatie-lewisnotatie-brutoformule b) sawhorse notatie c) newman notatie d) wedge notatie e) fisherprojectie
- Conformaties en energieinhoud (toegepast op alkanen).
- e-spreiding in een organische verbinding
a) inductief effect b) mesomeer effect (delocalisatie, resonantie en aromaticiteit).
- Zuur-base gedrag.
- Isomeren:
a) structuurisomeren b) stereoisomeren: geometrische isomeren: cis/trans – Z/E optische isomeren: R/S wijnsteenzuur- mesovorm.
- Soorten organische reacties
a) reactiviteit b) onderverdeling van de organische reacties radicalair-ionair c) soorten reacties: additiereactie - substitutiereactie - eliminatiereactie.
- De verschillende belangrijke organische reacties typisch voor de aanwezige functionele groepen in vetten worden uitgediept.
a) De reacties van alkanen; alkenen en alkynen. b) De alcoholen. c) De carbonzuren en carbonzuurderivaten. De reactiemechanismen worden besproken en via oefeningen ingeoefend.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus “Organische chemie” – auteur: Inge Gutschoven – Plantijnhogeschool 2007.
- Zelfstudie oefeningen.
- " Organic Chemistry , 6th edition" - John E. McMurry (ISBN 0-534-42005-2) - Brooks Cole .
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
41
|
lesuren
|
25,79
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
lesuren
|
09,43
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
99
|
klokuren
|
62,26
|
Verdere toelichting:
- Hoor- en werkcolleges.
- Practicum en oefeningen.
- zelfstudie.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets INT2-1 bevat vragen vanuit het opleidingsonderdeel “Organische chemie"
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen.
- Permanente evaluatie van de labopdrachten.
- Evaluatie van de invulbladen .
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Integratieve toets INT2-1 bevat vragen vanuit het opleidingsonderdeel “Organische chemie”
- De resultaten behaald tijdens het praktijkwerk blijven behouden.
|
|
| |
|