|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
- CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan nefelometrie, AES en AAS uitvoeren; hij kan de mogelijkheden en de beperkingen van de analysetechnieken inschatten. 2. De student kan de standaard-additie methode toepassen. 3. De student kan binnen het kader van methodevalidatie (juistheid, precisie, ijklijn, detectielimiet) gericht gegevens verzamelen: een proefopzet opstellen in functie van de onderzoeksvraag (hypothese) en gekozen statistische methodiek. 4. De student kan deze gegevens statistisch verwerken en de resultaten interpreteren. 5. De student kan een staal op de correcte wijze voorbereiden. 6. De student kan de vereiste waarnemingen maken voor de analyse. 7. De student kan technieken van gravimetrische bepaling correct toepassen. 8. De student kan de bekomen analyseresultaten omzetten in de vereiste grootheid.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
van monster tot te meten oplossing
jaarcluster statistiek en POP
|
Andere begincompetenties
|
Kennis, vaardigheden en attitudes uit periode 4.
|
LEERINHOUDEN
|
- Monstervoorbehandeling.
- Klassieke en instrumentele analysetechnieken.
- Toegepaste statistiek.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursussen van periode 4 .
- Literatuur en internet.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
78
|
klokuren
|
97,50
|
Verdere toelichting:
- Werken in projectgroep.
- Zelfstandig werk in lab.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Groepsproces .
- Groepsproduct (verslag, powerpoint presentatie).
- Individuele bijdrage in de groep (de %bijdrage van elk van deze delen staat beschreven in de "CGO-trotter").
- Individuele integratieve schriftelijke toets.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- Enkel de schriftelijke toets kan hernomen worden.
- De scores op de andere componenten blijven behouden .
|