|
|
Component behoort tot O.O.: |
Werking van electrochemische cellen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20027 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
? |
Niveau: |
? |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
: |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
49 |
Totaal aantal contacturen: |
26 |
Totaal studietijd: |
63,7 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Dhont Karin Gutschoven Inge
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
- CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
- CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
- CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
- CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
- CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
- CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
- CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
- CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
- CH110 Hij / zij kan rapporteren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
- CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
- CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan een onderscheid maken tussen zeer sterke , sterke , zwakke en zeer zwakke zuren en basen , gebaseerd op de aciditeits - of basiciteitsconstanten 2. De student kan de zuren en basen catalogeren volgens Bronsted , Arrhenius, Lewis en Pearson 3. ZUUR/BASE titraties : de student kan een titratiecurve berekenen voor een mono- , di- , en tribasisch zuur (of het zout ervan) ; de invloed van de verdunning op de ligging van het EP , de grootte van de sprong en de titratiecurve nagaan ; de invloed van de grootte v/d zuurconstante op de titratiecurve , de ligging van het EP en de grootte van de sprong nagaan ; de concentratie berekenen van de componenten van een mengsel van zouten , zuren en basen ahv de resultaten van een titratie ( vraagstukken) ; titratiecurven schetsen (pH ifv vorderingsgraad , ml titrant , of geq titrant toegevoegd ) ; kan fracties berekenen ; kan distributiecurven chetsen ahv pKa of pKb waarden en uit die distributiecurven de pKa of pKb waarden afleiden en de bijhorende titratiecurve kunnen schetsen . 4. REDOX TITRATIES : de student kan titratiecurven berekenen ; de invloed van de verdunning en het aantal uitgewisselde electronen op de titratiecurve , de ligging van het EP en de grootte van de sprong nagaan ; kan concentraties berekenen ahv resultaten uit een redoxtitratie (vraagstukken) 5. De student kan de verschillende factoren die de stabiliteit van een reactief intermediair beïnvloeden opsommen en verklaren. 6. De student kan een overzicht geven van de meest voorkomende reactieve intermediairen en hun wijze van ontstaan. In het bijzonder toegepast op de zuur-base problematiek (kation en anion vorming). Hierbij wordt er ruim aandacht besteed aan resonantie-stabilisatie en aromaticiteit. 7. De student kan de verschillende zuur-base theorieën met elkaar vergelijken. 8. De student kan de factoren die zuursterkte en basiciteit beïnvloeden in een organische molecule verklaren. 9. De student kan een reeks verschillende organische moleculen vergelijken in zuur/base gedrag. 10. De student kan aan de hand van de Pearson theorie het reactieverloop voorspellen van een organische reactie met ambidente nucleofielen. 11. De student kan aan de hand van Ka waarden uit tabellen de ligging van het zuur-base evenwicht voorspellen. 12. De student kan analysen uitvoeren met analysemethoden gezien in de theorie. 13. De student kan een praktijkjournaal schrijven volgens de voorschriften 14. De student kan een efficiënte planning en tijdsindeling maken voor de uit te voeren proeven. 15. De student kan nauwkeurig oplossingen bereiden en analytisch werken.Hij kan de meetwaarden omzetten naar de gevraagde concentraties in het monster. 16. De student kan de resultaten verwerken in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag zoals voorgeschreven. 17. De student kan een zuur/base en redoxtitratie uitvoeren
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
organische chemie
chemie van oplossingen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Basisvaardigheden analytische chemie.
Organische chemie
|
LEERINHOUDEN
|
- Zuur/base titratie.
- redoxtitratie.
- Stabiliteit van intermediairen.
- Factoren die de intrinsieke zuur- en basesterkte beïnvloeden toegepast op voorbeelden:
ENW, plaats in het periodiek systeem Hybridisatie Inductief- en veld effect Mesomeer effect Waterstofbrugvorming & sterische factoren.
- Zuren en basen volgens Pearson.
- Oefeningen op factoren die het zuur/base gedrag beïnvloeden
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Uitgewerkte recepturen van de proeven.
- Digitale buretten.
- cursus zuren en basen; K.Dhont, I. Gutschoven; Plantijnhogeschool 2007.
- oefening pakket zuren en basen.
- Aangepast glaswerk en labomateriaal.
- Cursus Analytische Chemie Praktijk ; K. Dhont ; Plantijnhogeschool 2007.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
lesuren
|
26,15
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
lesuren
|
10,77
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
39
|
klokuren
|
60,00
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen.
- Vraagstukkensessies waarbij in groepjes van 4 gewerkt wordt.
- Opdrachtjes in de cursus om zichzelf te toetsen op kennis en inzicht van de theorie.
- Laboratoriumproeven uitgevoerd per twee.
- Oefeningen op Blackbord.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
INT5-1
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
INT5-1
Schriftelijk examen met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen
|
|
| |
|