ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Chemie - 3CLT - Onderdelen - Stage en eindwerk
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30042
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:8
Aantal studiepunten: 23
Wegingscoëfficient: 23
Totaal aantal contacturen: 1
Totaal studietijd: 598
Deeltijds programma:
Examencontract: niet mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Spanoghe Mark
Van doorslaer Els
Verbeke Patrick


 

KORTE OMSCHRIJVING

De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over  14 werkweken in de 2° helft van het academiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland. 

Studenten uit de afstudeerrichting Chemische Laboratoriumtechnieken komen meestal terecht in een laboratorium voor productiecontrole, kwaliteitscontrole of milieuanalyses, waar zij bepalingen uitvoeren op monsters van uiteenlopende aard (afvalwaters, geneesmiddelen, polymeren, ...). Sommigen doen wetenschappelijk onderzoek aan een universiteit of research lab.

De stageplaats voor de richting Procestechnologie situeert zich voornamelijk in productiebedrijven in de Antwerpse haven.
Hier nemen de studenten deel aan de dagelijkse werkzaamheden binnen een productie-eenheid. Als stageopdracht beschrijven ze een deelaspect van het proces of werken ze rond een specifieke probleemstelling binnen het bedrijf

Binnen de stage-werkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een eindwerk, d.i. een uitgebreid verslag over een onderwerp dat nader werd onderzocht.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • CH101 Hij / zij kan plannen en organiseren.
  • CH102 Hij / zij denkt analytisch en professioneel.
  • CH103 Hij / zij toont leerbereidheid.
  • CH104 Hij / zij is kritisch ingesteld.
  • CH105 Hij / zij is stressbestendig en assertief.
  • CH106 Hij / zij is sociale vaardig en loyaal.
  • CH107 Hij / zij heeft verantwoordelijkheidszin en is betrouwbaar.
  • CH108 Hij / zij toont zin voor initiatief en heeft doorzettingsvermogen.
  • CH109 Hij / zij is veiligheids- en milieubewust.
  • CH110 Hij / zij kan rapporteren.
  • CH111 Hij / zij kan werken in een multiculturele en internationale omgeving.
  • CH124 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analysetechnieken in laboratoria voor milieu- productie- en kwaliteitscontrole, deelname aan chemisch onderzoek, staalonderzoek, online analyses
Algemene beroepsgerichte competenties
  • CH212 Hij / zij laat een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid zien in de verschillende takken van de chemie, toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
  • CH213 Hij / zij beschikt over goede laboratorium- en technologische vaardigheden, kan deze toepassen in concrete praktijksituaties en kan daarbij de moderne informaticahulpmiddelen gebruiken.
  • CH214 Hij / zij is in staat tot multidisciplinaire probleemanalyse en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
Beroepsspecifieke competenties
  • CH315 Hij / zij beschikt over vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in algemene en anorganische chemie, analytische chemie, organische en polymeerchemie, fysico-chemie en toegepaste fysica, biochemie en microbiologie.
  • CH316 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, klassieke analytische methoden, instrumentele analytische technieken, organische synthesereacties, identificatie- en zuiveringstechnieken, industriële productietechnieken.
  • CH317 Hij / zij beschikt over informaticavaardigheden.
  • CH318 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
  • CH319 Hij / zij heeft voldoende aandacht aan kwaliteit.
  • CH320 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in eenheidsbewerkingen, transportsystemen, destillatie, meet- en regeltechniek.
  • CH321 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: storingsanalyse en optimalisatie, opstellen massabalansen, optimalisatiemethoden en instructies opstellen, apparatuur leren gebruiken.
  • CH322 Hij / zij is veiligheids- en ethisch bewust.
  • CH323 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in spectometrische bepalingen, elektro-analytische methoden, chromatografische scheidingstechnieken m.i.v. gekoppelde technieken, specifieke milieuanalyses, industriële microbiologie, procesautomatisatie, materialenleer.
  • CH325 Hij / zij kan multidisciplinaire problemen analyseren.
  • CH326 Hij / zij bewaakt met zorg de kwaliteit.
  • CH327 Hij / zij bezit vakoverschrijdende en geïntegreerde basiskennis in genetica en moleculaire biologie, fysiologie, biochemische en metabolische processen, enzymologie, celbiologie, immunologie, voedingsmiddelenchemie, microbiologie, fermentatietechnologie, bioinformatica.
  • CH328 Hij / zij bezit operationele kennis van volgende vaardigheden: analyses uitvoeren met alle courant voorkomende biochemische en immunochemische analysemethoden.
  • CH329 Hij / zij beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

De student doet beroepservaring op tijdens zijn stage.

1. De student herkent aangeleerde technieken en maakt kennis met reële toepassingen.
2. De student leert zelfstandig werken.
3. De student ontwikkelt de nodige sociale vaardigheden om met collega’s en oversten vlot te communiceren.
4. De student leert de resultaten van een uitgebreider onderzoeksproject op een correcte wetenschappelijke wijze schriftelijk en mondeling rapporteren. 


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn

Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
Alle opleidingsonderdelen van het 3° programmajaar gevolgd hebben
Andere begincompetenties
De parate kennis en vaardigheden aangaande de verschillende opleidingsonderdelen uit de opleiding.

LEERINHOUDEN
  • De studenten van de afstudeerrichting Chemische Laboratoriumtechnieken kunnen o.a. de volgende opdrachten krijgen: het valideren van een analysetechniek, het onderzoeken en optimaliseren van meetvoorwaarden, de vergelijking van verschillende analysemethoden.
  • De stageplaats voor de richting Procestechnologie situeert zich voornamelijk in productiebedrijven in de Antwerpse haven.Hier nemen de studenten deel aan de dagelijkse werkzaamheden binnen een productie-eenheid. Als stageopdracht beschrijven ze een deelaspect van het proces of werken ze rond een specifieke probleemstelling binnen het bedrijf
  • De stageplaats voor de richting Biochemie situeert zich in farmaceutische, biotechnologische en voedingstechnische bedrijven. Hier nemen de studenten deel aan researchopdrachten waar ze onder begeleiding een deelaspect van het onderzoek op zich nemen.


STUDIEMATERIAAL
  • De stagebrochure en de syllabus "Rapportering eindwerk". 
  • Indien  verder nodig, voorzien door de stagementor.

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

0

 lesuren

  00,00

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

598

 klokuren

  99,83

Verdere toelichting:
  • De lector-stagecoördinator wijst de student een stageplaats toe in een bedrijf of onderzoeksinstelling, met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student.
  • De lector-stagebegeleider onderhoudt de contacten met het bedrijf en de student.
  • De stagementor is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de stageplaats.
  • Tijdens de stage is er een terugkomdag (o.m. reflectiemoment) binnen de hogeschool. 
  • Er wordt een proefverdediging van het eindwerk georganiseerd binnen de hogeschool. 

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.  
  • Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 40% van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties:
     -  de activiteiten gedurende de stageperiode: 60% (stagementor)
     -  het eindwerk: 24% (stagementor + lezers) 
     -  de mondelinge presentatie en verdediging: 16% (jury).

tijd voor examinering
uren
1

%
 
 00,17

Tweede examenperiode
  • Het eindwerk kan ingediend worden tegen de tweede examenperiode. De eindwerkverdediging gebeurt dan in de tweede zittijd.  
  • Het eindwerk kan herschreven en opnieuw verdedigd worden indien dit de oorzaak is van niet slagen voor de totale stage.
  • Het praktische werk kan niet herdaan worden tijdens de maanden juli en augustus.