2 Onderwijs, Secundair onderwijs - 2VKBI - Onderdelen - Maatschappelijke vorming |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
20131 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kernondersteunend |
Niveau: |
inleidend |
Programmajaar: |
2 |
Periode binnen het modeltraject: |
S:1 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
34 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Beckers Getty
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In Maatschappelijke en Sociale Vorming word je in themalessen voorbereid op de zorg voor de mens in de bredere zin van het woord. We laten je participeren in maatschappelijke en sociale problematieken, het gezin en opvoedingsmilieu, omgangsvormen en etiquette, diversiteit, ontwikkelingsfasen van de mens, hulporganisaties, ... , waarbij verschillende meningen tot uiting komen. We laten je gebruik maken van het mediagamma en het zelfstandig opzoeken en bezoeken van hulporganisaties. Opdrachten worden zowel individueel als in groep gemaakt.
De school als instituut en als jouw later werkveld, is hiervan het voorbeeld bij uitstek.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- SO101 Handelt integer en respectvol.
- SO102 Is flexibel in denken en handelen.
- SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
- SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- SO205 Stelt zich assertief op.
- SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
- SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
- SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
- SO210 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
- SO211 Creatief zijn.
- SO212 Kan organiseren.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
- SO315 Kan emanciperend werken.
- SO319 Kan omgaan met diversiteit.
- SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1.
De student werkt maatschappelijke problematieken en voorziene hulpverleningen uit op preventief, probleemoplossend en rechtmatig vlak. Hierbij wordt de student de kans geboden zich op gebied van verantwoordelijkheidszin, zelfreflectie en samenwerking te ontplooien, door toepassing van de jaaropdracht in groep uit te werken.
2.
De student verkent maatschappelijke ontwikkelingen, cultuurpatronen, waarden en normen en sociale omgang. De individuele opdracht rond deviant gedrag helpt er toe bij de verantwoordelijkheid van de student aan te wakkeren en het bekomen resultaat ervan te reflecteren.
3.
De student omschrijft wat de identiteit en diversiteit is van mensen: het individu, de groep, het gezin als opvoedingsmilieu. De student voert in groep de opdracht rond macht en ideologie uit waarbij verantwoordelijkheidszin, reflecteren en samenwerken aan bod komen.
4.
De student verdiept en omschrijft in groep de ontwikkelingsfasen en leeftijdsgebonden welzijnsproblemen van de prenatale fase, de pasgeborene, de zuigeling, de peuter, de kleuter, het lagere schoolkind, de puberteit, de adolescent en de volwassene. Door het geleid bezoek aan De Kraamvogel, waarbij de student observeert en zich informeert en in groep verslag uitbrengt, worden reflectie, samenwerken en verantwoordelijkheidszin gerealiseerd.
5.
De student zoekt, kiest en beoordeelt informatie naar oorsprong, betrouwbaarheid, doelgroep en ideologie, alsook het strucureren, presenteren en zich documenteren ervan. Bij de uitvoering van de individuele verdiepingsopdracht rond de peuter en de kleuter, komen reflecteren en verantwoordelijkheidszin tot uiting.
6.
De student verdiept zich in de begrippen gezondheid en welzijn en vindt de weg bij problemen naar dienstverlening. Bij de groepsopdracht over gezondheidszorg kan de student samenwerken, reflecteren en verantwoordelijkheid dragen.
7.
De student onderscheidt de vormen van armoede en herkent de gevolgen van sociale uitsluiting. Zie nr. 8.
8.
De student legt zich toe op de kennis rond budgettering, consumentenkrediet- en bescherming. A.d.h.v. leerlingennota's en individuele opdracht bankkrediet optimaliseert de student zichzelf in het reflecteren en het verantwoordelijk zijn. Zie ook nr. 7.
9.
De student optimaliseert zich in de ontwikkeling van sociale vaardigheden als toekomstige leerkracht - opvoeder, via o.a. het medianieuws en onderwijsonderricht.
Door verdieping in deze materie en de opdrachten, kan de student zowel individueel als in groep de opdrachten uitvoeren, evalueren en kritisch reflecteren.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
w
Verworven voorkennis 1 VK: zicht hebben op eigen maatschappelijk en sociaal functioneren.
w
Kunnen samenwerken en verantwoordelijkheidszin hebben.
w
Vaktechnisch: communicatieve, agogische, pedagogische en didactische vaardigheden 1 VK.
w
ICT - vaardigheden.
w
Bereidheid om: te reflecteren op het eigen sociaal gedrag.
w
Bereidheid om: zich in te leven en te participeren.
w
Bereidheid tot kritische ingesteldheid.
w
Algemene belangstelling in het maatschappelijk, cultureel gebeuren.
w
Respect hebben voor het anders zijn van personen en zich kunnen aanpassen,
alsook
bereid
zijn zich te optimialiseren als toekomstige leerkracht - opvoeder.
|
LEERINHOUDEN
|
w
LUIK I: Sociale opvoeding en maatschappelijke vorming: Waarom?
w
Realisatie tot burgerzin: omgaan met mensen, cultuur, diversiteit, macht en ideologie,
waarneming, interculturalisering.
w
Groepen / Het gezin en moeilijkheden.
w
LUIK II: Ontwikkelingsfasen van de mens: prenatale fase, pasgeborene, zuigeling, peuter,
kleuter, schoolgaand kind, puberteit, adolescent, volwassene, bejaardheid.
w
Leeftijdsgebonden welzijnsproblemen.
w
LUIK III: Gezondheid en welzijn: Sociaal leven en sociale wetgeving.
w
Sociale diensten en voorzieningen: aard van hulpverlening:draaiboek.
w
Gezondheidszorg: SZ / RIZIV.
w
Ziekte en gezondheid: Thema kanker.
w
De mens met handicaps.
w
Rechtshulp: Thema slachtofferhulp
w
Gezinsbudgettering / Consumentenkrediet- en bescherming.
|
STUDIEMATERIAAL
|
w
Plantijncursus MV BEC.
w
Radio, TV, kranten, video, internet.
w
Welzijnsmagazines, brochures, folders.
w
Schoolbibliotheek.
w
Informatie uitgegeven door de overheid.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
lesuren
|
17,44
|
practicum en oefeningen:
|
5
|
lesuren
|
05,81
|
vormen van groepsleren:
|
10
|
lesuren
|
11,63
|
studietijd buiten contacturen:
|
52
|
klokuren
|
60,47
|
Verdere toelichting:
w
Interactieve hoor- en werkcolleges.
w
Onderwijsgesprekken met DVD, CR-rom, video.
w
Oefensessies: individueel en in groepsverband onder coaching.
w
Zelfstudie: opzoekwerk sociale voorzieningen + ontwikkelingsfasen van de mens.
Studiebezoeken.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
w
Permanente evaluatie samen met oefensessies: 25%.
w
Individuele opdrachten: 10%
w
Groepsopdrachten: 20% en opdracht deel II: 20%
w
Partieel examen: januari: 10%
Examen juni: mondeling: groepspresentatie opdracht deel II: 15%
Deelname aan de lessen is een vereiste om te slagen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Alleen het schriftelijk examen (partieel 10%) + individuele opdrachten (10%) kunnen hernomen worden.
De overige behaalde punten blijven behouden.
|
|
| |
|