1 Voedings- en dieetkunde - 1VD - Onderdelen - Projecten periode 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10120 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:3 |
Aantal studiepunten: |
3 |
Wegingscoëfficient: |
3 |
Totaal aantal contacturen: |
50 |
Totaal studietijd: |
78 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Vlaslaer Veerle Vanherle Koen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. Dit project behandelt 'gezonde maaltijden' aan de hand van een casus. Merkenkennis en sociologische aspecten komen ook aan bod. Opstellen van een voedingsadvies.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD209 Kunnen functioneren in teamverband
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan voedingsaanbevelingen zowel op wetenschappelijke als op populistische wijze naar voor brengen. 2. De student kan een product beoordelen op basis van prijs/kwaliteit. 3. De student kan een segment van de markt van beschikbare voedingsmiddelen onderzoeken. 4. De student kan een voedingsanamnese (eetdagboek) verwerken, interpreteren en nutritioneel beoordelen. 5. De student kan een gepersonaliseerde voedingsaanbeveling met weekschema uitschrijven, volgens NRV. 6. De student kan een bestellijst opstellen (huishoudelijk niveau). 7. De student kan prijsberekeningen maken. 8. De student kan voedingsaanbevelingen geven aan mensen rekening houdend met sociologische omstandigheden zoals een laag inkomen. 9. De student kan voedingsaanbevelingen aanpassen aan de voedingsgewoonte van mensen uit andere Europese landen wonend in Belgie.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Alle opleidingsonderdelen en/of componenten van de lesweken van periode 3.
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek.
|
LEERINHOUDEN
|
- Onderzoek van beschikbare voedingsmiddelen/merken in verschillende distributiekanalen (warenhuis, markt, buurtwinkels, ..).
- Nutritionele beoordeling en vergelijking van voedingsmiddelen.
- Casus: een manuele berekening met NUBEL van een eetdagboek (macro- en micronutriënten zoals ze in NUBEL voorkomen: eiwitten, vetten, koolhydraten, cholesterol, voedingsvezel, vitazmine A, vitamine C, ijzer en calcium).
- Individuele berekeningen vergelijken en tot een consensusberekening komen.
- De consensusberekeningen vergelijken met de aanbevelingen van de NRV en een nutritionele beoordeling uitschrijven.
- Een voedingsaanbeveling (wetenschappelijk en populistisch) en een weekschema (in termen van voedingsmiddelen) uitschrijven rekening houdend met de aanbevelingen van de NRV en de sociologische omstandigheden van de casus.
- Voor een volledig gezin voor een aantal volledige dagen gezonde budgetvriendelijke maaltijden samenstellen; en een bestellijst maken naar verschijningsvorm hiertoe opstellen.
- Bezoek aan een OCMW-dienst naar keuze en een verslag hiervan maken en/of een marktbezoek in stad Antwerpen en een verslag hiervan maken.
- Ervaringsuitwisseling tussen de projectgroepen na afloop van het project:
tegengekomen problemen, gezochte oplossingen, consenus, wat geleerd,..
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Het algemene cgo-boek (methodiek aanpak project).
- Periodeboek 3 (de definitieve opdracht en aanvullingen bij de projectopdracht worden meegedeeld via blackboard).
- Alle studiemateriaal uit periode 3.
- Informatie over voedingsmiddelen uit distributiekanalen of andere informatiebronnen.
- Informatiemateriaal in de bib.
- Informatiemateriaal via internet.
- Blackboard.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
50
|
lesuren
|
64,10
|
studietijd buiten contacturen:
|
28
|
klokuren
|
35,90
|
Verdere toelichting:
- Groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek uit het algemene cgo-boek (APACA) onder begeleiding van een tutor.
- Door tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten.
- Andere begeleidingsmomenten: projectgroep kan contact opnemen met de eigen tutor of met de coach (inhoudelijke vragen).
- Reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor).
- Bespreking (met feedback) van de resultaten.
- Ervaringsuitwisseling tussen verschillende projectgroepen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Evaluatie van het 'groepsproces' (25 % van de punten)
criteria: - gevolgde methodiek (APACA) - stappenplan om tot product te komen (doelstellingen, bijsturen plan) - teamwerkplan - overeenstemming tussen planning en realisatie - taakverdeling - uitvoering taken - vergadertechniek - omgaan met feedback - grondig kunnen motiveren van gemaakte keuzes - gedragsankers groep (via criteria groepsassessment)
middelen: - projectmap (inhoud: zie instructies algemene cgo-boek) - teamwerkplannen en groepsverslagen - opvolging door tutor - reflectievergadering - groepsprocesassessment (formulier periode 3)
Evaluatie van het 'groepsproduct' (50% van de punten) door projectteam van lectoren
Criteria: - correcte beoordeling en vergelijking van voedingsmiddelen - verslag van alle uitgevoerde berekeningen met NUBEL, zowel van het individuele als het groepswerk - correctheid van de berekeningen (uitvoering en resultaten) - verslag van de problemen, oplossingen en consensussen - verslag van de voedingsaanbevelingen, weekschema, prijsberekeningen en bestelling van 3 dagen - conform de sociologische context - verslag van marktonderzoek en/of bezoek aan OCMW-dienst - bibliografie
Middelen - beoordeling door de projectverantwoordelijke lectoren o.b.v. volledige inhoud projectmap (zie algemene cgo-boek) - uitwisseling van ervaring in praktijkgroep
evaluatie van de individuele bijdrage (25% van de punten) criteria: - aanwezigheid tijdens projectgroepbijeenkomsten - actieve inbreng - constructieve omgang - uitvoeren van taken - nakomen van afspraken - communicatieve aspecten - omgaan met feedback --> gedragsankers individu (via criteria 'peerassessment')
middelen: - 180° feedback: assessment (via gedragsankers periode 3) door student zelf, peers en tutor - individuele logboek (individuele bijdrage aan projectmap) - reflectievergadering - portfolio
* Geen afzonderlijke, schriftelijke toets over het project
De integratieve toets INT “voedingsmiddelentechnologie, warenwetgeving en merkenkennis” peilt via kennisvragen en toepassingsvragen naar volgende verworvenheden door het project (alle onderwerpen): - kennis en toepassing van de criteria van gezonde voeding - productkennis van courante waren en merken- productbeoordeling naar voedingswaarde toe - voedingsadvies/aankoopadvies (merken) naar consument toe
De integratieve toets INT ‘samenstellen gezonde maaltijd en voedingsvoorlichtingsmodellen’ peilt naar volgende verworvenheden door het project: kennisvragen en toepassingsvragen naar het correct uitvoeren van alle berekeningen en aanbevelingen in de context van de sociologische omstandigheden van de cliënt
* Afspraken: * een student die één van de beoordelingsniveaus mist behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 3’ * studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Bij een onvoldoende totaalcijfer op het project: een schriftelijke individuele toets over de inhoud van het project. De puntenverdeling voor de tweede zittijd is dan: 25% van de punten op deze individuele toets. De totaalpunten behaald op het project in eerste zittijd blijven meetellen voor 75%.
|
|
| |
|