1 Voedings- en dieetkunde - 1VD - Onderdelen - Microbiologie van de voeding |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Fysicochemie en microbiologie voedsel |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10138 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:2 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
63 |
Totaal aantal contacturen: |
54 |
Totaal studietijd: |
98,28 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Asselberg Rob Vanherle Koen Winnen Patricia
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen spelen een grote rol in ons voedsel. Niet alleen zorgen zij voor het ontstaan van nieuwe voedselproducten, maar zij zijn ook van groot belang voor de voedselbewaring, het voedselbederf en voedselvergiftigingen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan de methoden uitleggen om micro-organismen in de voeding op te sporen. 2. De student kan een onderscheid maken tussen voedseleigen en pathogene micro-organismen in de voeding. 3. De studen kan het ziekteproces van pathogene micro-organismen begrijpen. 4. De student is in staat om het verband te leggen tussen verschillende ziekten en voeding of dieet. 5. De student erkent het nut van micro-organismen in de voeding.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
geen
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek.
|
LEERINHOUDEN
|
- inleiding tot de prokaryoten, betekenis en ontdekking van bacteriën
- zorgvuldig werken in een microbiologisch laboratorium, maken van voedingsbodems, desinfectie en ontsmetting, ophopen, kweken van bacteriën, tellen van micro-organismen
- bouw van bacteriën, celvormen, chromosomen en plastiden, celdeling, transformatie en conjugatie, groeiwijzen van kokken en staafjes, gefixeerde en gekleurde preparaten (vnl. gramkleuring), taxonomie en variatie binnen de soort
- lichaamsflora, onschuldige, nuttige en pathogene bacteriën, sporenvormende bacteriën, toxinen, omgevingsgroei (handen en neus)
- intrinsieke en extrinsieke parameters van voedsel die de groei van micro-organismen beïnvloeden
- micro-organismen in zuivelproducten, eieren, salades en onderzoek van melk, bezoek aan een kaasmakerij
- micro-organismen in vers en bewerkt vlees, gevogelte , vis en onderzoek van gehakt vlees
- micro-organismen in fruit en groenten
- bepalingsmethoden van micro-organismen in voedsel, met practicum van snelle detectiemethoden en seminarie
- voedselbewaring, voedselbederf en voedselvergiftingen
- schimmels en gisten die van belang zijn in de voeding
- parasitaire ziekten veroorzaakt door protozoa en wormen, die met het voedsel worden opgelopen
- bezoek aan een producent van mousserende wijn of aan een brouwerij
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus biologie deel 7A: microbiologie van de voeding - auteur: Rob Asselberg - Plantijnhogeschool.
- Cursus biologie deel 7B: microbiologie van de voeding - labo - auteur: Rob Asselberg - Plantijnhogeschool.
- Instrumenten, toestellen en materiaal in het microbiologisch laboratorium.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
lesuren
|
20,00
|
practicum en oefeningen:
|
28
|
lesuren
|
25,45
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
56
|
klokuren
|
50,91
|
Verdere toelichting:
- 11 hoorcolleges.
- 14 praktijksessies, waaronder 2 excursies (mogelijk samen op één dag). Aanwezigheid verplicht zowel voor de praktijksessies als voor de excursies.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Schriftelijke integratieve toets INT2-3 (70% van de punten). Het examen van microbiologie wordt op een ander moment afgenomen dan het examen fysicochemie.
- Permanente evaluatie van de praktijksessies (25%).
- Verslagen van de excursies (5%).
- Studenten die afwezig zijn op INT2-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘fysicochemie en microbiologie van voedsel’.
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
- INT2-3 wordt hernomen (70%).
- De punten van de permanente evaluaties en verslagen blijven behouden.
- Studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘fysicochemie en microbiologie van voedsel’ leggen de twee integratieve toetsen van dit opleidingsonderdeel opnieuw af.
- Studenten die afwezig zijn op INT2-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘fysicochemie en microbiologie van voedsel’.
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|