1 Voedings- en dieetkunde - 1VD - Onderdelen - Merkenkennis |
|
|
|
Component behoort tot O.O.: |
Voedingsmiddelentechnologie |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
10145 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
uitdiepend |
Programmajaar: |
1 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:3 |
Aantal studiepunten: |
nvt |
Wegingscoëfficient: |
34 |
Totaal aantal contacturen: |
29 |
Totaal studietijd: |
61,88 |
Deeltijds programma: |
|
Vrijstelling of overdracht: |
niet mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Hertogen Marina Vanherle Koen
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het geheel van alle reglementen inzake voedingsmiddelen en bepaalde andere producten maakt de warenwetgeving uit. Deze reglementen omvatten een aanzienlijk aantal teksten, waar men in eerste instantie moeilijk wegwijs uit raakt.
Het blijkt onmogelijk te zijn om voor een bepaald voedingsmiddel “het” reglement dat alle wettelijke aspecten omvat terug te vinden. Men heeft immers meestal te maken met een complex geheel van elkaar aanvullende reglementen.
Vanuit deze cursus “Warenwetgeving” worden de reglementaire bepalingen omtrent levensmiddelen door de student opgezocht en geïnterpreteerd, en dit telkens ter voorbereiding van de lessen “Voedingsmiddelentechnologie”.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan doelstellingen en uitgangspunten van criteria om voedingsmiddelen in te delen wetenschappelijk benaderen
- De student kan de criteria benoemen van de verschillende groepen in ‘De actieve voedingsdriehoek’
- De student kan voedingsmiddelen indelen volgens de groepen van de actieve voedingsdriehoek, en dit telkens teven als kies bij voorkeur, kies als middenweg, restgroep
- De student kan voedingsmiddelen van de verschillende merken beoordelen op basis van deze criteria, en deze merken onderling vergelijken
- De studenten kan van de verschillende groepen van de actieve voedingsmiddelendriehoek producten (en merken) opsommen uit de voorkeurs-, middenweg en restgroep
- De student kan voedingsmiddelen die in de restgroep vallen toch een gemotiveerde beoordeling geven. volgens 'betere keuze' en 'slechte keuze'
- De student kan een didactische voedingsmiddelenmap samenstellen volgens bovenstaande criteria
- De student kan producten analyseren en vergelijken inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van het etiket bv. met betrekking tot toegevoegde suikers
- De student kan producten analyseren en vergelijken inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van elders opgedane kennis, bv. uit andere vakken, warenhuisoefening,...
- De student kan de 'didactische voedingswinkel' op school gebruiken voor opzoekwerk gedurende de volledige opleiding
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
geen
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
Voedingswetenschappen - deel I (periode 1),
Fysicochemie en microbiologie van voedsel, Algemene chemie (periode 2)
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek.
|
LEERINHOUDEN
|
- criteria benoemen van de verschillende voedingsmiddelengroepen.
- merkenanalyse van voedingsmiddelen in de didactische voedingswinkel.
- merkenanalyse in warenhuis.
- samenstellen van didactische voedingsmiddelenmap.
- opdrachten: zelfstandig nadenken rond criteria i.v.m.restgroep, studie van producten Alpra, Becel, Vitelma en een opdracht omtrent toegevoegde suikers in een bepaalde categorie voedingsmiddelen
.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus: Merkenkennis – auteur Hertogen Marina en Vanherle Koen- Plantijnhogeschool - 2007-2008
- opdrachtenboek ‘Merkenkennis’.
- De voedingsdriehoek: een praktische voedings- en beweeggids, VIG, 2006
- Handboek gezondheidspromotie. Evenwichtig eten en gezond bewegen. VIG. LannooCampus. ISBN 9789020973297
- Belgische Voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 90 74362 07 2, 2004.
- tijdschriften uit de bibliotheek.
- voedingsmiddelenreclame uit folders, tijdschriften, productfiches firma’s, e.d..
- didactische voedingswinkel (school).
- warenhuisbezoek.
- Internetbronnen.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
6
|
lesuren
|
09,16
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
lesuren
|
12,21
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
50
|
klokuren
|
76,34
|
Verdere toelichting:
- werkcolleges met verplichte oefeningen.
- verplichte praktijksessies.
- aan de hand van opdrachten wordt de theorie onmiddellijk in de praktijk omgezet.
- oefeningen worden thuis verder afgewerkt.
- klassikale verbeteringen van de oefeningen in het laatste werkcollege.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
- Integratieve toets INT3-3 (telt mee voor ca 85% van het eindresultaat): schriftelijk examen met kennis- en toepassingsvragen. Merkenkennis peilt naar inzicht en vooral ook toepassing. Voedingsmiddelentechnologie en warenwetgeving peilen eerder naar kennis en inzicht. Aangezien deze toets integratief is ligt het aandeel van elke afzonderlijke component niet vast.
- De toepassingsvragen “merkenkennis” houden verband met kennis en vaardigheden die de student opdoet tijdens praktijksessies (warenhuisles, didactische voedingswinkel) en werkcolleges. Men moet in staat zijn concrete merken en voedingsmiddelen op te sommen en te bespreken naargelang de gevraagde nutritionele kwaliteit.
- De onderwerpen die zelfstandig moeten bestudeerd worden maken integraal deel uit van deze toets.
- Het resultaat van de individuele opdrachten merkenkennis telt mee voor ca. 10% van het eindresultaat. Verder is de inhoud van deze opdrachten leerstof voor INT 3-3.
- Opgedane kennis en vaardigheden tijdens het eerste project van periode 3 (merken- en warenkennis) wordt ook op deze INT getoetst.
- Afwezigheid tijdens de praktijksessie en werkcolleges leidt tot de kwotering “A” op de opdrachten, en bijgevolg ook voor het geheel van deze onderwijseenheden merkenkennis, voedingsmiddelentechnologie en warenwetgeving.
- Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Enkel de integratieve toets wordt hernomen; de punten behaald via opdrachten blijven behouden.
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
|
|
| |
|