ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

2 Voedings- en dieetkunde - 2VD - Onderdelen - Voeding in specifieke omstandigheden
  

Component behoort tot O.O.: Voedingswetenschappen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 20090
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 2
Periode binnen het modeltraject: P:6
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 20
Totaal aantal contacturen: 14
Totaal studietijd: 31,2
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Hertogen Marina


 

KORTE OMSCHRIJVING
Met voeding in specifieke omstandigheden bedoelen we alternatieve voedingsystemen, voeding bij kansarmoede hier en in de derde wereld, voeding bij andere culturen en de nutritionele, maatschappelijke en sociale aspecten van alcoholmisbruik.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
  • VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
  • VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
  • VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
  • VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan voedingsbegeleidingen geven aan individuen en groepen die een afwijkend voedingspatroon hebben omwille van sociale, culturele, maatschappelijke en/of economische redenen.
  • De student kent de verschillende alternatieve voedingssystemen zoals, veganisme, macrobiotiek, antroposofische voeding, voedselcombinaties, e.d. De student kan het individu begeleiden in het volwaardig maken van deze systemen en wijzen op eventuele gevaren en tekorten.
  • De student kent de middelen om kansarmoede in eigen land te herkennen en aangepaste voedingsbegeleiding te geven.
  • De student heeft inzicht in het mechanisme van voedseltekort in de landen van de derde wereld en kent de kanalen in België om hieraan iets te doen.
  • De student kent de verschillende eetculturen in België en weet waar hij/zij best rekening mee houdt in het voedingsadvies.
  • De student kent de systemen om problemen met onaangepast alcoholgebruik (POA) te herkennen en kan deze deskundig doorverwijzen.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
student is geslaagd voor 1VD of heeft  credits behaald op voedingswetenschappen delen I&II (1VD), biomedische wetenschappen (1VD) en voedingsmiddelentechnologie (1VD)
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

Andere begincompetenties

Taalvaardigheid: zowel mondeling als schriftelijk

Andere: zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.


LEERINHOUDEN
  • Alternatieve voedingssystemen zoals vegetarisme, veganisme, macrobiotiek, antroposofische voeding, combinatievoeding, e. d.
  • Voeding bij andere culturen: joodse, islamitische, hindoe, e.d.
  • Voeding en alcohol(isme)
  • voeding en (kans)armoede

  • STUDIEMATERIAAL
  • Cursus ‘Voeding in specifieke omstandigheden’ – auteur: Marina Hertogen – Plantijnhogeschool -       2007-2008
  • Opdrachten verwerkt in cursus
  • Handboek Gezondheidspromotie, Evenwichtig eten en gezond bewegen, VIG,  Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
  • Voedingsingrediënten: stand van zaken, Vandamme & co, Lannoo campus, ISNN90 209 6679 9, 2006
  • Voeding en gezondheid, Van Camp & co, Lannoo campus, ISBN 90 209 6600 6, 2006
  • Kookboeken alternatieve voedingssystemen en andere culturen in de Bib + eigen kookboeken
  • Informatorium van voeding en diëtetiek
  • Didactische voedingswinkel
  • Verplichte actuele seminaries en/of bijscholingen die betalend zijn
  • Internetbronnen

  • WERKVORMEN
    Soort werkvorm uren  

    %

    hoor- en werkcolleges:

    8

     lesuren

      23,53

    practicum en oefeningen:

    4

     lesuren

      11,76

    vormen van groepsleren:

    0

     lesuren

      00,00

    studietijd buiten contacturen:

    20

     klokuren

      58,82

    Verdere toelichting:
    • Hoorcolleges
    • Wereldkaartwandeling op stadsformaat, wandeling met gids door Antwerpse buurten waar mensen wonen met andere culturen, met speciale aandacht voor hun voeding.
    • Gastspreker(s)

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    • Evaluatie toets
      • kennisvragen,
      • inzichtvragen,
      • verbanden leggen,
      • oefeningen, gevolgde methodiek
      • volledigheid van de argumentatie en de correctheid van de antwoorden
      • duidelijke en heldere formulering
      • schriftelijke taalbeheersing bij het uitschrijven van adviezen
    • studenten die afwezig zijn op INT6-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'voedingswetenschappen'.
    • Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.
      opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’
    •  

    tijd voor examinering
    uren
    2

    %
     
     05,88

    Tweede examenperiode
    • uitsluitend evaluatie op basis van de integratieve toets met dezelfde evaluatiecriteria
    • studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen’ (periodes 4&6) leggen één integratieve toets over alle componenten (van periodes 4&6) van dit opleidingsonderdeel
    • Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.