ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Kwaliteitszorg en managementtechnieken
  

O.O. heeft componenten: Neen
Afstudeerrichting: -:-
Code: 00513
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: uitdiepend
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:7
Aantal studiepunten: 3
Wegingscoëfficient: 3
Totaal aantal contacturen: 34
Totaal studietijd: 78
Deeltijds programma:
Examencontract: mogelijk
Deliberatie: mogelijk
Vrijstelling of overdracht: mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): Bruggeman Geert


 

KORTE OMSCHRIJVING

De (goede) chef in zijn eenmanszaak of de zelfstandige diëtist luistert perfect naar zijn klanten, kent zijn klanten door en door, en speelt op de juiste manier in op hun onuitgesproken wensen en verwachtingen. Wordt de zaak groter, dan loopt men het risico niet 'dicht genoeg' meer bij de klant te staan, en niet goed meer te 'luisteren'. Bovendien krijgt de organisatie ondertussen steeds meer stakeholders om mee rekening te houden. Goede afspraken, goede planning moeten dan het leveren van kwaliteit waarborgen.

Uiteindelijk dient de kwaliteitszorg in bedrijven alle domeinen te omvatten: planning/ontwerp van een product op basis van de beschrijving ervan door de marketingafdeling (doel, richt-prijs, behoeften die moeten worden ingevuld,…) en door de uitvoerende afdeling(en) (technische aspecten, transport, inhoud van een dienstenpakket,…), productie en distributie (stockering en transport) en/of verloop van de dienstverlening (check-in bvb, maar ook facturatie,…), en ook de nazorg (behandeling van klachten,…). En dan zijn er nog de inkoop, de boekhouding, het onderhoud, het HRM en ga zo maar door, alles moet kwalitatief zijn.

Grote bedrijven hebben vaak een eigen kwaliteitszorgsysteem in de loop der jaren uitgebouwd (Compass Group, Sodexho, …). Om zelf een goede kwaliteitszorg uit te bouwen kan men ook gebruik maken van normen, modellen, systemen.  ISO 9000, TQM of IKZ en EFQM bvb, maar ook IFS, BRC, …. Elk bestaand kwaliteitssysteem heeft zijn eigen 'karakter', zijn 'eigenheid'. Zelfs als men een bepaald systeem kiest, moet de uitwerking ervan 'bedrijfseigen' zijn, waardoor het uiteindelijk ook een eigen systeem wordt. We bekijken wat de verschillende systemen te bieden hebben.

Voor het succesvol ‘meedraaien’ in een kwaliteitszorgsysteem is het belangrijk een kwaliteitsgerichte mentaliteit verkrijgen (willen werken aan kwaliteit) en inzicht hebben in (en ook openstaan voor) methodiek (systematisch werken). Dat is dan ook een van de doelstellingen van deze cursus. Het is niet de bedoeling om via deze cursus 'kwaliteitsysteemontwerpers' te maken. De verschillende systemen tot op het bot analyseren en in staat zijn er eentje op te zetten, is dus niet de doelstelling. Maar, door het bekijken van een aantal systemen krijgen we inzicht in de werking van een kwaliteitssysteem. En door een aantal deelaspecten verder uit te diepen, moet het mogelijk zijn zich in een bestaand kwaliteitssysteem snel thuis te voelen, en vlot te kunnen 'meedraaien' of zelfs verbeteringen aan te brengen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
  • VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD209 Kunnen functioneren in teamverband
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student kan aantonen dat hij/zij heeft kennis en inzicht heeft omtrent de belangrijkste systemen en –technieken m.b.t. kwaliteitsmanagement en aanverwant management.
  • De student kan de organisatie beschrijven in processen en deze analyseren in functie van de resultaten beoogd door de organisatie en de verwachtingen van klanten of andere belanghebbenden.
  • De student kan allerhande situaties in “meetbare” vorm zetten.
  • De student kan Quality tools  en andere technieken waar nuttig, nodig en mogelijk, creatief toepassen in functie van het beoogde resultaat en/of systematische procesverbetering.
  • De student kan zelfstandig een project definiëren en/of plannen, organiseren, opvolgen, evalueren, … in het kader van klantenverwachtingen- en tevredenheid, product- en proceskwaliteit enz.
  • De student kan zin voor initiatief tonen en zich verantwoordelijk en creatief opstellen als teamspeler in de permanente verbetering van de organisatie.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
student is geslaagd voor 2VD of heeft een credit behaald op voedselproductie (2VD)
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn

geen


Andere begincompetenties

Zie pagina 11 van het algemene cgo boek 0708.

Werken in team.

Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via, internet en Blackboard.

 


LEERINHOUDEN
  • Kwaliteit.
  • Kwaliteitsbeïnvloedende factoren (productkwaliteit (ook link met hygiëne), kwaliteit van diensten, klanttevredenheid,…).
  • Kwaliteitsmanagementsystemen zoals ISO 9000, EFQM, IKZ / TQM, BRC, IFS, ISO 22000 enz.
  • Six Sigma, Projectmanagement en andere technieken zoals Benchmarking, Auditing, Hoshin enz. .
  • Quality Tools.
  • Klantgerichtheid en stakeholdermanagement.
  • Duurzaam Ondernemen.
  • Milieubeheer (o.a. ISO 14000) (nadruk op inkadering in globaal kwaliteitsmanagement).
  • Veiligheid- en risicomanagement.   

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus ‘Kwaliteitszorg en managementtechnieken’ – auteur: Geert Bruggeman - Plantijnhogeschool
  • Eigen nota's.
  • Oplossingen van oefeningen en commentaren (Blackboard)
  • Discussieforum op Bb
  • Relevante websites
  • Kennisoverdracht tijdens groepswerk in werkcolleges (wisselende samenstelling groepen)    

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

24

 lesuren

  28,57

practicum en oefeningen:

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

8

 lesuren

  09,52

studietijd buiten contacturen:

50

 klokuren

  59,52

Verdere toelichting:

Naast hoorcolleges en individuele of klassikale oefeningen en opdrachten wordt naargelang de omstandigheden ook gewerkt met:

    • Teksten uit vakliteratuur als inspiratiebron of werkmateriaal voor oefeningen (teksten kunnen anderstalig zijn (E, F,D)).
    • Gastgesprekken en/of bedrijfsbezoek (onder voorbehoud).
    • Discussieforum op Blackboard.
    • Extra oefeningen (Vrijblijvend. Via Blackboard)
    • Coaching (groepswerk), begeleiding (individueel) en feedback op taken en oefeningen (Blackboard of e-mail).

EVALUATIE

Eerste examenperiode
  • Evaluatie van klassikale oefeningen (aanwezigheid vereist!) en opdrachten (in groep of individueel). Evaluatie naar aanpak, inhoud, creativiteit en kritische zin. (30%)
  • Schriftelijk examen INT7-6 (1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen), zowel open vragen, meerkeuzevragen als casusvragen (70%).
  • Studenten die afwezig zijn op INT7-6 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘voedselproductie-management’

tijd voor examinering
uren
2

%
 
 02,38

Tweede examenperiode
Uitsluitend evaluatie op basis van de integratieve toets INT7-6 (schriftelijk examen (1/4 parate kennis, 1/4 inzichtsvragen, 1/2 toepassingsvragen)  (100%).