3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Scriptie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: |
Neen |
Afstudeerrichting: |
-:- |
Code: |
00515 |
Academiejaar: |
2007-2008 |
Type: |
kern |
Niveau: |
gespecialiseerd |
Programmajaar: |
3 |
Periode binnen het modeltraject: |
P:7 |
Aantal studiepunten: |
10 |
Wegingscoëfficient: |
10 |
Totaal aantal contacturen: |
9 |
Totaal studietijd: |
260 |
Deeltijds programma: |
|
Examencontract: |
niet mogelijk |
Deliberatie: |
mogelijk |
Vrijstelling of overdracht: |
mogelijk |
Onderwijstaal: |
Nederlands |
Lector(en): |
Van Laer Sofie Van Vlaslaer Veerle
|
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met een scriptie sluit je het opleidingstraject af. De scriptie is een apart opleidingsonderdeel in de lessentabel en staat in onze opleiding volledig los van de stage. In de academische kalender worden enkele scriptieweken opgenomen. Een scriptieweek is een ‘les- of stagevrije’ week waarmee je de mogelijkheid krijgt om gedurende een langere tijdsperiode aan de scriptie door te werken
Met de scriptie bewijs je dat je zelfstandig een opgegeven onderwerp volledig kan doorgronden. Je bent in staat om een recente en relevante literatuurstudie uit te voeren en om je bevindingen duidelijk weer te geven. We verwachten dat elke scriptie ook een praktisch luik bevat. Deze invulling hangt samen met het onderwerp: een door de student zelf opgezet onderzoek, de uitwerking van een voedingsadvies, toetsing van de in de scriptie verworven inzichten aan de praktijk, het uitwerken van specifieke casussen. In een scriptie komen één of meerdere van de vakdisciplines uit de opleiding uitgebreid aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
- VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
- VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
- VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
- VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
- VD107 Kunnen werken in een multiculturele en internationale omgeving
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
- VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
- VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
- VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
- VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
- VD315 In staat zijn om voeding en voedingsmiddelen te helpen ontwikkelen en/of ze te onderzoeken, beoordelen en aan te wenden in recepten, menu?s en voedingsadviezen.
- VD316 Kunnen meewerken aan toegepast onderzoek.
- VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
- VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Met de scriptie (indviduele opdracht die inhoudelijk aansluit bij het toekomstige werkveld) levert de student het bewijs dat hij/zij over voldoende maturiteit beschikt om tot dit werkveld toegelaten te worden.
-
Met de scriptie levert de student het bewijs dat hij/zij de verantwoordelijkheid kan dragen om een studie rond een opgegeven onderwerp uit het werkveld op te zetten, uit te voeren en tot een goed einde te brengen (‘evidence based’ handelen).
- Met de scriptie levert de student het bewijs dat hij/zij vakoverschrijdend en interprofessioneel problemen kan aanpakken en oplossen.
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
|
student is geslaagd voor 2VD voor de scriptie kan ingediend worden
|
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
|
de student volgt (of heeft gevolgd bij individuele trajecten) alle onderwijseenheden van periode 7 voor de scriptie kan ingediend worden.
Alle leerdoelen en competenties (zoals beschreven in de ECTS-fiches) van het 3de programmajaar van de opleiding worden bereikt tijdens de ontwikkeling van de scriptie en zijn daarom ook ondersteunende competenties van het eindresultaat
|
Andere begincompetenties
|
Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.
|
LEERINHOUDEN
|
-
De scriptie sluit de opleiding ‘bachelor in voedings-en dieetkunde’ af.
-
De scriptie is een vakoverschrijdende opdracht waarmee de student bewijst dat hij/zij rond een opgegeven onderwerp uit het werkveld een studie kan opzetten, uitvoeren en weergeven.
-
De scriptie is een oefening in schriftelijk taalgebruik en rapportering.
- Bij de scriptie hoort een mondelinge presentatie en een verdediging voor een jury (lectoren en vertegenwoordigers van het werkveld).
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
uren
|
|
%
|
hoor- en werkcolleges:
|
8
|
lesuren
|
03,07
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
lesuren
|
00,00
|
studietijd buiten contacturen:
|
252
|
klokuren
|
96,55
|
Verdere toelichting:
-
In principe is de scriptie een individuele opdracht (in geval van een omvangrijke probleemstelling kan men hiervan afwijken naar een duo-scriptie: in dit geval worden er ‘hogere’ eisen gesteld aan het resultaat zoals een diepgaandere literatuurstudie, een uitgebreider onderzoek,…).
-
In uitzonderlijke gevallen (toegepast wetenschappelijk onderzoek in opdracht van derden) kan een grotere groep studenten aan een zelfde onderwerp werken: deze studenten leveren als groep één onderzoeksrapport (onder vooraf af te spreken vorm: scriptie, poster of artikel) af en schrijven elk een individuele scriptie waarin de eigen inbreng aan dit onderzoek wordt uiteengezet.
-
De Plantijnhogeschool kan in de loop van het academiejaar aan de student voorstellen om een supplement uit te werken (bvb. poster voor voedingscongres, wetenschappelijk artikel,....)
-
De student krijgt eind juni (voorgaand aan het scriptiejaar) door de school een onderwerp toegewezen. Bij onderwerpen in opdracht van 'derden' kan een externe promotor inbegrepen zijn.
-
De student is zelf de eindverantwoordelijke van de scriptie en beslist zelf in geval van een titel zonder externe promotor of hij/zij deze zoekt.
-
De scriptiecoördinator duidt een interne scriptiebegeleider aan (begin academiejaar). De student kan een voorstel doen voor een externe promotor (indien deze niet bij de hem/haar toegewezen titel hoort). De scriptiecoördinator contacteert in overleg met student en interne scriptiebegeleider de voorgestelde promotor. Taakomschrijvingen zie scriptiebrochure.
-
Bijkomende inhoudelijke begeleiding door vaklectoren (altijd op vraag van de student)
-
In de loop van het academiejaar worden vier scriptieweken voorzien. Tijdens deze weken worden er door de scripitecoördinator enkele voor de student verplichte terugkom-momenten (waaronder een tussentijdse evaluatie) voorzien.
-
Scriptiemap: de student houdt zijn/haar leerproces bij in een persoonlijke map. Deze map vormt de basis van alle leermomenten (gesprekken met scriptiebegeleider, promotor en vaklectoren) en van de uiteindelijke evaluatie. Deze scriptiemap bevat
-
- de procesbladen (volgens opgelegd sjabloon)
-
- verslagen van de gesprekken met scriptiebegeleider en promotor samen met de goedkeuring van deze laatsten (volgens opgelegd sjabloon)
-
- dubbels van alle correspondentie (brief en mail) over de scriptie
-
- alle onderzoeksgegevens
-
- overzicht van de geraadpleegde literatuur
-
- kopies van de geraadpleegde artikels
-
- afgenomen enquêtes en de verwerking ervan
-
- gemaakte berekeningen
-
- …..
- De student is de enige verantwoordelijke van de eigen scriptiemap.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
De student is de eindverantwoordelijke van de scriptie en het eigen leerproces (scriptiemap). De student neemt dus zelf voldoende initatieven.
-
Het cijfer van de scriptie wordt op basis van de resultaten van de verschillende evaluatiemomenten berekend volgens vastgelegde wegingscoëfficiënten en kan (in consensus) aangepast worden door de bij de scriptie betrokken lectorengroep op basis van bijkomende factoren (inhoud scriptiemap, ziekte, mogelijke problemen,…).
-
De student geeft voor de opgelegde datum (zie scriptiebrochure) de scriptie in het gevraagde aantal exemplaren af op het studentensecretariaat.
-
De student geeft op de dag van de verdediging een digitale versie van de scriptie en de presentatie af (CDROM)
-
De student geeft de scriptiemap af samen met de scripties (datum zie scriptiebrochure). De student krijgt deze map terug na de proclamatie.
-
Er zijn drie evaluatiemomenten:
-
evaluatie van het proces (30%) door externe promotor(en) (10%) en interne scriptiebegeleider (20%) of door interne promotor (30%) op basis van de projectmap en volgens volgende criteria
-
de inhoud van de scriptiemap
-
de door de student gevolgde tijdsplanning
-
nakomen van afspraken met scriptiebegeleider en promotor
-
de initiatieven die de student zelf neemt (vooral geen afwachtende houding)
-
het correct uitvoeren van taken door de student zoals beschreven in de taakomschrijving 'scriptiestudent'
-
evaluatie van het product (40%) door promotor(en) (10%) en interne scriptiebegeleider (10%) of door interne promotor (20%) en door andere lezers (20%) volgens volgende evaluatiecriteria
-
eigen inbreng
-
correct taalgebruik
-
correcte spelling
-
lay-out (bvb. titels bij figuren en grafieken)
-
lijst met afkortingen
-
lijst met referenties, duidelijke verwijzingen naar referenties in de tekst (instructies zie scriptiebrochure)
-
wetenschappelijke waarde en relevantie van de referenties
-
correct aangeven wat citaten zijn: uitspraken van ‘derden’ zonder verwijzing overnemen krijgt een negatieve beoordeling; bij plagiaat (dit is bvb. het letterlijk overnemen van een hoofdstuk uit een boek) wordt het eindwerk naar een volgende zittijd uitgesteld
-
logische opbouw van inhoudstafel
-
éénduidigheid in gebruik van criteria, normen, aanbevelingen, omrekeningsfactoren, grootheden en eenheden, ...
-
inhoudelijk correct en up-to-date
-
goede afbakening van het onderwerp (niet te oppervlakkig, niet te uitgebreid)
-
de relevantie van de weergegeven informatie tot het onderwerp van de scriptie
-
beperken van het louter beschrijvend gedeelte (bvb. geen uitgebreide beschrijving van chirurgische ingrepen)
-
wetenschappelijke waarde van de onderzoeksvragen en hun relevantie tot de titel
-
de gebruikte onderzoeksmethode: waarde van het gebruikte meetinstrument (bvb. vragenlijst) binnen het onderzoek, wetenschappelijke waarde van de literatuurstudie
-
correctheid van de statistische verwerking
-
weergave van de resultaten
-
correctheid van de conclusies uit het gevoerde onderzoek
-
kritische reflectie bij het onderzoek en de resultaten
-
worden de resultaten uit het onderzoek (zowel de statistisch berekende als deze uit een literatuurstudie) vertaald in juiste voedingskundige adviezen/aanbevelingen
-
kunnen deze adviezen/aanbevelingen ook correct vertaald worden in praktische adviezen (vb dagschema, weekmenu enz)
-
haalbaarheid van adviezen en aanbevelingen
-
kritische reflectie bij adviezen en aanbevelingen
-
voldoende diepgaand uitgewerkt (op bachelorniveau)
-
het product is bruikbaar in het beroepsveld
-
Een eventueel supplementair deel wordt in de evaluatie mee opgenomen
-
evaluatie van de voorstelling (10%) en verdediging (20%) voor een jury volgens volgens volgende criteria
-
de voorstelling: kwaliteit van de PowerPointpresentatie, duidelijkheid, correctheid, taalgebruik, houding, …
-
de verdediging: correctheid van de antwoorden, manier van antwoorden, taalgebruik, houding,…
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
-
een student die de scriptie wil uitstellen naar de tweede examenperiode vraagt dit uitstel aan bij de scriptiecoördinator voor 15 mei 2007. Deze scriptie wordt beoordeeld volgens de criteria zoals hiervoor beschreven.
-
een (in de eerste examenperiode) niet geslaagde student die geen credit heeft voor het opleidingsonderdeel 'scriptie' krijgt na de proclamatie een aanvullende opdracht (in functie van de tekortkomingen van de ingediende scriptie)
- beoordeling van de aanvullende opdracht: het product (40%) en de presentatie voor jury (30%) worden volledig opnieuw beoordeeld volgens de criteria zoals hiervoor beschreven. Voor de beoordeling van het proces (30%) blijft het resultaat van de vorige procesbeoordeling voor 20% meetellen en krijgt de student een bijkomende evaluatie door de interne promotor of scriptiebegeleider die voor 10% meetelt.
|
|
| |
|