ECTS-database Plantijn Hogeschool
  
 

3 Voedings- en dieetkunde - 3VD - Onderdelen - Klinische voedingszorg
  

Component behoort tot O.O.: Klinische diëtiek
Afstudeerrichting: -:-
Code: 30108
Academiejaar: 2007-2008
Type: kern
Niveau: gespecialiseerd
Programmajaar: 3
Periode binnen het modeltraject: P:7
Aantal studiepunten: nvt
Wegingscoëfficient: 24
Totaal aantal contacturen: 15
Totaal studietijd: 43,68
Deeltijds programma:
Vrijstelling of overdracht: niet mogelijk
Onderwijstaal: Nederlands
Lector(en): De Ridder Dolf


 

KORTE OMSCHRIJVING

Je komt tijdens de stage en in het latere beroep in contact met zieke tot ernstig zieke en zorgafhankelijke mensen. Soms zal een dieettherapie in de ware zin niet meer baten. Het is de taak van de diëtist om hen het nodige comfort tijdens en het genot van een maaltijd aan te bieden. Je leert voedingszorgproblemen zowel op individueel als op collectief niveau probleemoplossend hanteren via een gefaseerd ‘nutrition care’ proces. We staan stil bij de mogelijkheden om bij zorgafhankelijke mensen de voedingsinname en het comfort van de maaltijd te bevorderen, bij verschillende vormen van maaltijdassistentie.

Je verwerft inzicht in het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • VD101 Kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
  • VD102 Denk- en redeneervaardigheid bezitten
  • VD103 Ingesteldheid tot levenslang leren
  • VD104 Kritische reflectie en projectmatig werken
  • VD105 Vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten en aan leken
  • VD106 Het verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • VD208 Kunnen samenwerken met collega?s zowel uit de eigen als uit andere vakdisciplines.
  • VD210 Op een systematische manier naar oplossingen werken: correct omschrijven en analyseren van de probleemsituaties, de problemen opdelen en onderscheiden van hoofd- en bijzaken, logisch redeneren, nauwkeurig te werk gaan.
  • VD211 Vertoont stakeholdergerichtheid en in het bijzonder klantgerichtheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het kader van zijn/haar beroepspraktijk.
  • VD212 Op een systematische manier naar oplossingen werken: opzoeken van informatie, trekken van gegronde conclusies uit de beschikbare informatie, uitwerken van zinvolle en rationele oplossingen/strategieën en kunnen omzetten van deze oplossingen in praktische actieplannen.
Beroepsspecifieke competenties
  • VD312 Kunnen volwaardig en zelfstandig functioneren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.
  • VD313 Laat gedetailleerde kennis en deskundigheid zien met betrekking tot het werkveld en neemt vlot nieuwe vakkennis op de verschillende relevante domeinen in zich op en blijft op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied.
  • VD314 Uiteenlopende informatie en ontwikkelingen kritisch kunnen analyseren en deze, naast wetenschappelijke informatie over voeding, kunnen omzetten in aangepaste voedingsadviezen, gezondheidsopvoeding en voedingsvoorlichting.
  • VD317 Kunnen functioneren in multidisciplinaire teams.
  • VD318 Kunnen adviserend en coördinerend optreden m.b.t. de organisatie en het beheer van voedselbereiding en -distributie en tevens de specifieke omstandigheden i.v.m. voedselveiligheid, kwaliteitssystemen, patiëntzorg en algemene voedingzorg.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student heeft inzicht in de voedingszorgprincipes bij invasieve therapieën.
  • De student heeft inzicht in de voedingszorgprincipes in ernstige zorgsituaties.
  • De student heeft inzicht in het beleid en organisatieprincipes van voedingszorg in klinische settings.
  • De student heeft inzicht in het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde (M.I.G.): intake, enterale en parenterale procedures, nutritionele opvolging.
  • De student kan  praktische nutritionele beleidsregels uit de Medisch Intensieve Geneeskunde (MIG) toepassen in casuïstiek.
  • De student kan praktische schema's ontwerpen voor het starten van enterale en parenterale voeding in algemene en bijzondere metabole situaties.

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
student is geslaagd voor 2VD of heeft een credit behaald op voedingswetenschappen (2VD), algemene diëtetiek (2VD) en kooklab (2VD)
Opleidingsonderdelen die vooraf dienen gevolgd te zijn
geen
Andere begincompetenties

Zie pagina 11 van het algemene cgo-boek 0708.


LEERINHOUDEN

1.       Nutritionele intake in de M.I.G.

2.       Enteraal Voeding- en vochtbeleid in de M.I.G.

3.       Parenteraal vocht- , electrolyten en TPN-beleid in de M.I.G.

4.       Casuïstiek in de M.I.G.

5.       Ontwikkelingen in Evidence Based Dietetic s

6.       Invasieve therapieën en voedingszorg

7.      Ernstige zorgsituaties en voedingszorg

8.   Beleid en organisatie van voedingszorg in klinische settings


STUDIEMATERIAAL
  • Cursus en presentatiesheets
  • Casuïstiek

WERKVORMEN
Soort werkvorm uren  

%

hoor- en werkcolleges:

14

 lesuren

  32,56

practicum en oefeningen:

0

 lesuren

  00,00

vormen van groepsleren:

0

 lesuren

  00,00

studietijd buiten contacturen:

28

 klokuren

  65,12

Verdere toelichting:
  • Interactieve hoorcolleges
  • Casuïstiek
  • Individuele voorstudie van elke nieuwe les

EVALUATIE

Eerste examenperiode

Schriftelijk examen INT7-4

Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.

 


tijd voor examinering
uren
1

%
 
 02,33

Tweede examenperiode

Schriftelijk INT7-4

Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing.