Algemene beroepsgerichte competenties
|
Oplossingsgericht werken
1.
De student kan in het kader van probleemgedrag via reflectie alternatieven ontwikkelen wat preventie en begeleiding betreft.
2.
De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
1.
De student kan vanuit een ondersteuningsdenken zijn handelen sturen.
2.
De student heeft inzicht in specifieke vragen die zich stellen bij autisme en jonge ontwikkelingsleeftijd, autisme en normale begaafdheid.
Beroepsspecifieke competenties
Handelingsplanner
1.
De student heeft inzicht in alternatieve benaderingen en kan hier een kritische houding tgo ontwikkelen.
2.
De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.
Hij kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken.
3.
Kan vanuit resultaten van onderzoek een individueel HP opstellen.
4.
De student kan probleemgedrag een plaats geven binnen de diagnose.
5.
De student kan het ‘ijsbergdenken’ toepasen personen met ASS.
6.
De student heeft inzicht in specifieke vragen die zich stellen bij autisme en jonge ontwikkelingsleeftijd, autisme en normale begaafdheid.
7.
De student kan objectief rapporteren.
8.
Herkent de cognitieve stijl (informatieverwerking) van ASS.
9.
De student kan een handelingsplan uitwerken en aanpassen aan de noden van personen met autisme.
Ondersteuner van processen mbt wonen, leven, werken en vrije tijd.
1.
De student heeft een grondige kennis op het terrein van redzaamheid, vrije tijdsbesteding, commmunicatieve problemen en sociale interacties.
Hij kan op deze terreinen informeel onderzoek uitvoeren en op basis hiervan leerdoelen formuleren en uitwerken.
2.
De student begrijpt de plaats van een handicap binnen het gezinsfunctioneren.
3.
De student kan een georganiseerde leer- een leefomgeving (of werkomgeving) ontwikkelen voor de persoon met ASS.
4.
De student is in staat om functionele leerdoelen te ontwikkelen voor de persoon met autisme.
Ondersteuner van netwerken
-
De student heeft inzicht in het proces van samenwerken met ouders en kent agogische middelen om dit te realiseren.
-
De student kan samenwerken met ouders en het netwerk van de persoon met ASS.
(ped)agogisch begeleider
1.
De student is in staat om de persoon met autisme voldoende basisveiligheid te bieden zodat
deze laatste maximale ontwikkelingskansen krijgt.
2. Kan leerdoelen formuleren en uitwerken.
3. De student kan een taakanalyse maken op het vlak van sociale vaardigheden.
4. De student kan een georganiseerde leef en leeromgeving ontwikkelen.
|